Page 25 - VVN-2020-2
P. 25

Friskijker



        Waar ben je op dit moment mee bezig?                                                        ‘Rekening
        ‘Ik doe even geen commerciële klussen en neem bewust de tijd om te reflecteren. Ik vind het
        heerlijk dat ik deze tijd heb, om ruimte te creëren voor de volgende opdracht. Bovendien   houden met
        lopen mijn onbezoldigde werkzaamheden gewoon door. Ik ben onder andere voorzitter van de
        Europese anti-discriminatie organisatie FARE en lid van de Raad van Toezicht van Pakhuis de      nieuwe
        Zwijger. Normaal gesproken kom je in dit soort functies een paar keer per jaar samen met het
        bestuur, maar door de coronacrisis is het alle hens aan dek. Veel organisaties staan voor een   realiteit’
        kantelpunt, dat betekent dat je als bestuurder heel hands-on moet ondersteunen.’


        Wat valt je nu op in het verkeer?                                          Hoe kun je die onzekerheid wegnemen?
        ‘Ik fiets veel door Amsterdam. In een ideale wereld houden we nu allemaal netjes anderhalve   ‘Het nieuwe normaal vraagt om voortdurend
        meter afstand, maar in de praktijk is dat niet te doen. Vooral bij de stoplichten gaat het mis.   bijschakelen van het beleid. De nieuwe regels
        Daar staat het ramvol met fietsers die allemaal binnen een paar seconden moeten oversteken.   hebben impact, van die impact moet je
        Dat is een van de grootste uitdagingen van het nieuwe normaal: we kunnen de regels wel   leren en op basis daarvan weer nieuw beleid
        opstellen, maar het heeft invloed op heel veel andere zaken waar nog geen rekening mee is   maken. Het is net als met het lanceren van een
        gehouden. Dat brengt spanningen met zich mee.’                             nieuw product: Build, Measure, Learn. Daar
                                                                                   zijn de processen van de regering nog niet
        Wat zou jij daar als Verkeersminister aan doen?                            voldoende op ingericht. Met als gevolg dat
        ‘Ik zou veel meer nadruk leggen op de onderlinge samenwerking tussen de ministeries. Al die   we te weinig leren wat het nieuwe normaal nu
        departementen zijn met elkaar verbonden en hebben elkaar nodig. Ze stonden de afgelopen   eigenlijk betekent. Ook is het belangrijk om je
        maanden niet voor niets naast elkaar op het podium tijdens persconferenties. Als we de   te realiseren dat mensen niet van verandering
        afgelopen tijd iets hebben geleerd, is het dat we nóg beter naar elkaar moeten kijken. Als dat   houden. Ze willen het liefst vasthouden
        niet gebeurt, ontstaat er veel onzekerheid.’                               aan vroeger. Maar wat als de oude situatie
                                                                                   helemaal niet terugkomt? Als minister is het
                                                                                   belangrijk om dat uit te dragen: er is een
                                                                                   nieuwe realiteit, houd daar rekening mee.’
                                                                                   Welke inzichten uit de mediawereld neem
                                                                                   je mee in je aanpak?
                                                                                   ‘In de media hanteren we vaak het ‘Inzicht
                                                                                   Belofte Bewijs’-model om proposities te
                                                                                   verbeteren. Als minister zou ik dit model
                                                                                   inzetten om mijn boodschap richting burgers
                                                                                   scherper te formuleren. Neem de aanbevolen
                                                                                   anderhalve meter afstand voor fietsers.
                                                                                   Het inzicht is dat het als fietser in de praktijk
                                                                                   niet altijd mogelijk is om anderhalve meter
                                                                                   afstand te bewaren. Als belofte neem je
                                                                                   het mondkapje als middel om veilig met
                                                                                   deze situaties om te gaan. Tot slot creëer je
                                                                                   als bewijs communicatiemiddelen die fietsers
                                                                                   bewust maken van dit soort situaties en die ze
                                                                                   helpt om er goed mee om te gaan: of afstand
                                                                                   bewaren of een mondkapje dragen.’


                                                                                   Stel: je mag Nederland als minister één
                                                                                   boodschap meegeven. Wat zou je zeggen?
                                                                                   ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf. Als
                                                                                   marketeer zeg ik altijd: wat kan jij nou morgen
                                                                                   doen? Als mensen het gevoel hebben dat ze
                                                                                   zelf een bijdrage kunnen leveren, ben je echt
                                                                                   goed op weg.’

                                                                                                                  25
   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30