Page 28 - VVN-2025
P. 28

Interview






















        Marcel van den Berge                                     Hoe draagt de samenwerking met Veilig Verkeer Nederland bij
        Gastdocent en chauffeur bij Royal Den Hartogh Logistics  aan de bewustwording van zowel kinderen als chauffeurs?
        Hoe groot zijn de risico’s van de dode hoek?             ‘Het is heel krachtig dat theorie en praktijk samenkomen. Die
        ‘De dode hoek is verraderlijk. Vooral voor kinderen die voor het eerst   combinatie maakt veel impact op kinderen, dus het is mooi dat
        zelfstandig naar school fietsen. Zij zijn nog niet gewend aan alles   we dit samen kunnen doen. Maar voor chauffeurs is het net zo
        wat er in het verkeer gebeurt. En zodra kinderen naar de middelbare   waardevol. Zeker voor wie veel in de stad rijdt of bevoorrading doet
        school gaan, zijn ze met hele andere dingen bezig. Je wil ze voor die   bij supermarkten. Tijdens de opleiding leer je wel over de dode
        tijd bewust maken van de gevaren. Maar ook jonge chauffeurs zijn   hoek, maar lang niet altijd wat dat in de praktijk betekent. Je wil dat
        kwetsbaar. Zeker in drukke gebieden waar je ogen tekortkomt. Een   chauffeurs er altijd op letten: als jij een bocht maakt en die wagen
        ongeluk zit in een klein hoekje. En het kan wel goed gaan, maar één   zwaait uit, dan kan daar iemand staan. Elke vijf jaar is er verplichte
        fout kan fataal zijn. Die fout mag er gewoon niet zijn.’  nascholing - wat mij betreft hoort dit stukje bewustwording daar
                                                                 standaard in thuis.’

        Wat is de impact van dodehoeklessen op leerlingen?
        ‘Het is een belevenis op zich: zo’n vrachtauto bij school. Maar wat
        vooral indruk maakt, is wanneer kinderen meemaken hoe ik alles vanaf
                                                                         Marcel van den Berge tijdens de ‘Veilig op Weg! Blijf uit de dode hoek-les’
        mijn kant zie. Als ze de cabine inklimmen, valt het kwartje: je ziet écht
        niet alles. En dat terwijl je natuurlijk heel hoog zit. Dit is toch even
        wat anders, denken ze dan. Het is mooi als je dat in hun gezichtjes
        ziet gebeuren. Als ze later nog eens een groot voertuig zien, komt dat
        moment weer terug. Dan weten ze: oppassen. Dat is precies wat je wil
        bereiken.’


























           28
   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32